zondag, juli 02, 2006

Reisdagboek Andalusië 2006

Dit zijn onze belevenissen tijdens onze korte vakantie in het mooie Andalusië. Let op: het is een weblog, dus het einde van de reis staat bovenaan, het begin onderaan. Veel plezier!

Costa!

Vrijdag 30 juni

stikkedonker
Auw! De bus naar de bewoonde wereld vertrekt al om 5:30. Dat is dus de hele nacht wakkerschrikken. En dan in het stikkedonker net op tijd ongeveer alles inclusief tent op je rug hijsen en hollen. Rit naar de kust duurt zo’n zes uur en kringelt langs allerlei kleine dorpjes en door diep uitgesleten kloven. Het valt weer eens op dat alleen jongeren, bejaarden (en een enkele tourist) met de bus gaan. Het ruikt flink naar Old Spice, en verder valt op dat alle oudere dames hier hun haar een soort oranje verven.

superzonning
We komen aan in levendig subtropisch Malaga. Het is er natuurlijk superzonnig: de kassen zijn hier juist afgedekt om de planten te beschermen, en hoe ze al die golfbanen in leven houden? We zijn in een hele andere scene beland. Jonge vrouwen striken een pose bij het stoplicht, ze lopen op slippers alsof het hakken zijn (als ze niet over de boulevard skaten), en zelfs de vaders met jonge kinderen zien er cool uit. We ploffen neer in een hostel dat en in het oude centrum ligt, en op 20 meter van zee. Bovendien is het gesitueerd op de vierde verdieping van een chique (hoewel gedateerd) kantoorgebouw, iets wat ik nog nooit heb gezien. In ‘t internetcafé lees ik dat er een kabinetscrisis is in Nederland. Ben je éven weg…

laatste zonnestraal
We gaan tot het laatste zonnestraaltje op het strand liggen: wat zou jij doen als je één middag aan de Costa had? We smikkelen ons laatste Spaanse maal op in een restaurant in de vorm van een boot. Afsluiten doen we op straat voor een drukke Bodega, zoals hier schijnbaar elke dag van het jaar wordt afgesloten. Als we heel goed zouden luisteren zouden we Shakira kunnen horen die in de stierenvechtarena verderop een concert geeft voor 25.000 mensen. Je kunt wel veel, maar niet álles meemaken in een weekje Andalusië…

Dag 7

...waar Esther en Hidde water omhoog zien stromen, en ook teveel hammen.


Zon en sneeuw

woensdag 28 juni

hoogtepunt
Vandaag willen we het hoogtepunt van onze vakantie bereiken. Dat wil zeggen, tusssen de toppen van de Sierra Nevada staan. Door geduldig heen en weer te slingeren, steeds hoger, verlaten we schijnbaar Zuid-Spanje en komen we in geleidelijk Milka-land. Compleet met een herder die onder een muffe lap ligt te slapen in een alpenwei tussen zijn koeien. Nog wat hoger, op een kleine 3000 meter, wordt het echt ruig, kaal en koud. We kijken uit over de hele Apulajarra met daarachter de zee aan de ene kant. En de andere kant de hoogste berg van Spanje, de Mulhacén.

sneeuw!
In dit maanlandschap staat een eenzame berghut voor geologen en natuurtrektochten: ons keerpunt. Op de terugtocht weten we de eigenlijke route te vinden en zien daarom weer een ander stuk berg. Zo kunnen we zelfs met echte sneeuw spelen, die daar de dans nog heeft ontsprongen. Met de ondergaande zon in de rug biedt de afdaling een prachtig uitzicht op het dal. Heel toerekingsvatbaar voel ik me niet meer, eenmaal terug in het dorp. Iets teveel zon te weinig lucht daarboven. Maar je wordt er wel mooi bruin van :-)

Hogerop

Dinsdag 27 juni

de weg kwijt
Vandaag willen we via de waterkrachtcentrale hoog de bergen in zien te komen. Het lijkt erop dat het eerste stuk het omgekeerde is van de terugweg van gisteren, maar we raken het pad helemaal kwijt in het bos en stranden bij een kloof die gisteren nog helemaal niet in de weg lag. We moeten onze grote ambities opgeven.

het hoogste dorpje
We brengen de namiddag door met het tegendeel: luieren en lezen totdat de bus naar Trevélez vertrekt. Dat ligt nog wat verder westwaards het binnenland in, en zou het hoogste dorpje van Spanje zijn, op een kleine 1600 m. De camping op 1 km van het dorp is wel echt bewoond, hoewel er nu - vóór ’t seizoen - pas een paar tentjes staan. In ’t bescheiden restaurant spelen twee vrolijke mannen voor hun eigen lol gitaar. Het kleine, maar diverse publiek (een hippiemeisje met haar donkere vriend, een ouder echtpaar, het dochtertje van de eigenaresse) zingen enthousiast mee. Zo hebben ze toch een leuke avond, ondanks het feit dat op de tv is te zien dat Spanje de kwartfinale verliest van Frankrijk met 1-3.

Afgelegen

Maandag 26 juni

een privécamping
Iedereen heeft lekker geslapen, en we nemen afscheid van het duo, dat vandaag naar Granada vertrekt. Om ons te kunnen wassen gaan we toch op zoek naar camping. Die is er… maar hij is verlaten. Er staat niemand, het servicegebouwtje staat leeg, en overal schiet het gras hoog op. Toch is er stromend water, zelfs werkende douches, dus we klagen niet en gaan er gewoon staan.

tocht door de Poqueíra-valei
Nu zijn we klaar voor onze tocht door de Poqueíra-valei. Het is een enorm afwisselend landschap met plukjes bos, kaler rotsen en verwilderde landbouwterrassen. Het uitzicht over dal en bergen is prachtig. De desolate huisjes (meestal verweerde steenstapels, maar ook een klein leegstaand dorp uit de jaren 50-60) versterken het afgelegen gevoel. Het pad terug is moeilijker te vinden: het gaat langs de veel groenere overkant van de valei. Zo’n plek met kleine bergstroompjes, hoge bomen, libelles, vlinders en kleine bijna moerasachtige weitjes. In de avond eten we een simpel maal op het dorpspleintje. En dan weer naar onze illegale (?) camping!

Heuvels en bergen

Zondag 25 juni

grotwoningen!
Ontbijten doen we natuurlijk weer op de Plaza Nueva. Dan is het tijd voor alweer onze laatste excursie in Grananda, een bezoek aan Sacromonte, een merkwaardige heuvel net buiten de stad. De hevel heeft een dorre steppe-achtige begroeiing en er ligt een soort bergdorpje op. De geschiedenis van deze plek is een mix van zigeunerlegendes en Roomsche mystiek. Bovenaan is een sympathiek ecologisch museumparkje opgezet. Je kunt er grotwoningen zien, die tot in de jaren zestig niet ongebruikelijk waren hier. Klein, maar koel in de zomer warm in de winkel, en verder als traditionele huisjes van eenvoudige handwerkslieden ingericht. Ook nu nog is er een aantal huizen en bars op de heuvel deels in de bergwand uitgehouwen.

naar de Sierra Nevada
Na een laatste wandeling door de stad pakken we de bus naar de Sierra Nevada, het gebied met de hoogste bergen van Spanje. De bus kronkelt zich door de Apulajarra-streek, ooit bevolkt door zijdekwekende Berbers. In het op ruim 1400 m gelegen dorpje Capileira stappen we uit: het bestaat uit een klein web van kronkelstraatjes met witte vierkante huisjes. We hebben gegokt op de geruchten dat er hier een camping is. Twee meisjes met grote rugzakken (en de slappe lach) stappen hier ook vast niet voor niets uit.
Het blijken Carole en Lisa. De Françaises studeren een jaar in Barcelona en spreken om te oefenen Spaans met elkaar, met een dik Frans accent. We besluiten met z'n vieren een plekje zoeken om wild te kamperen. Dat lukt in een weitje met prachtig uitzicht over het dal. Als kersvers groepje eten we samen in het hoogstgelegen restaurant, de tuin van Paco Lopez. Een mooie plek hoewel het er gemeen koud wordt na zonsondergang. Maar we negeren de kou, het is erg gezellig en Carole en Lisa worden van mineraalwater net zo vrolijk als anderen van een fles wijn zouden worden.

Emirs en zigeuners

Zaterdag 24 juni

haremschoonheden
Tot mijn opluchting heb ik m’n telefoon teruggevonden in het restaurant van gisteren. Je moet zo’n ding dus eigenlijk niet meenemen op vakantie! Letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van de stad is de Alhambra-burcht op een steile rots. Je komt er door een flinke klim door een beboste kloof. Dat is erg opmerkelijk, want het ligt toch echt midden in de stad! Het hart van het complex zijn paleizen en tuinen die door de Moren zijn gebouwd in de middeleeuwen. Hier heersten ooit emirs en kaliefen. Overal zijn er doorkijkjes door karakteristieke bogen, alles is versierd met een filigraan van geometische vormen. Steeds weer afgewisseld met verstilde waterpartijen. De gebouwen zijn met veel zorg hersteld. Maar hoe zouden ze er vroeger uit hebben gezien met inrichting? In elk geval moet je er veel luitspelende hovelingen en haremschoonheden in voorstellen. Die laatsten schijnen tot de fatale twisten te hebben geleid waardoor Alhambra uiteindelijk viel. Als je de erg imposante omringende torens en verdedigingswerken ziet, kan je je ook geen andere manier voorstellen.

onnavolgbare flamenco
Na de paleizen slingeren we ons een route door de nauwe straatjes. En natuurlijk houden we pauze om schaaldieren te eten met ananas toe op pleintje waar iemand gitaar zit te spelen. Ook bezoeken we de grote kathedraal van Granada. Avondeten doen we in een Marokkaans restaurantje. Daarna gaan we lekker door met rondzwerven. We belanden in de kelder van een bar waar een zigeuner/Roma met lang zwart haar totaal onnavolgbare flamenco op zijn gitaar speelt. Af en toe kijkt hij zijn maatje met basgitaar 10 lange tellen in de ogen, zodat deze ook steeds net op tijd snapt waar de maestro heen wil. De derde in het gezelschap is een jonge tengere flamencodanseres die de vonken van de vloer laat afvliegen.

1000 en 1 zomernacht

Vrijdag 23 juni

naar Granada
Ineens is het zover, onze minivakantie is begonnen - hoera! Zonder enige voorbereiding maar met onze reisgids hoppen we in het vliegtuig. Voorbereiding blijkt ook helemaal niet nodig De ene na de andere soepele aansluiting brengt ons naar een klein hotel ‘Britz’ middenin Granada. Onze uitvalsbasis wordt het naastgelegen Plaza Nueva waar we opgaan in het zomerse (33 graden Celcius) publiek. Hoewel op dit moment de WK-wedstrijd Spanje – Saudi-Arabië bezig is de stad volkomen relaxt. De enige zichtbare gekte zijn twee meisjes die wat schaapachtig met de Spaanse vlag wapperen op straat. Na een erg welkome siësta eten we tapas op een terras vlakbij. Het toeristenseizoen is nog niet begonnen, maar de stoet straatmuzikanten die voorbijkomt zet ons weer even op onze plaats.

theehuisjes en cybercafés
In de zwoele avond dolen we door de Arabische buurt in het centrum. De stad is meer dan een half millennium onderdeel van Arabische rijken geweest, tot de 'Renconquista' in 1492. Na een eeuwen van afwezigheid hebben talloze Marokkaanse theehuisjes, bazaars en restaurantjes de wereld van 1000 en 1 nacht weer teruggebracht. Naar de 21e eeuw wel te verstaan. In het theehuis wordt een schrijver voor een videocamera geïnterviewd door twee Arabische vrouwen. In het cybercafe surft de eigenaar verveeld langs intifada-websites.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?